Uit een oude Thilesna
Hier publiceren we regelmatig een "gerecycleerd" artikel uit een van onze vorige uitgaves.
Ditmaal een verhaal uit nummer 3 van jaargang 1 (juli - augustus - september 1987) door Jaak Venken.
DILSERS VOLKSVERHAAL
|
De verzonken banklok
|
In de brochure "Dilsen in de Historie", een uitgave van de Heem- kundige Kring van Dilsen, schrijft Joannes Daamen op p. 33 in verband met de oude kerk : "Op 5 september 1590 staken zij (de Spanjaarden) het vuur aan het dak en de kerk brandde af. De torenspits die naar beneden plofte, vernielde het doopvont die in het portaal stond. De drie klokken, waartussen de ban- of gerechtsklok, smolten door de hitte. Sporen van die brand kan men nu nog duidelijk zien op de achterzijde van de torenstomp."
Zevenentwintig jaar later had Dilsen een nieuwe kerk; maar wat is een kerk zonder toren en zonder klokken?
Reeds in de 6de eeuw goten de Benedictijnen klokken voor hun kerken. Uit die tijd stamt het gebruik bij middel van een klok de monniken bijeen e roepen voor het gebed. Twee eeuwen later bezit iedere kerk haar klok. Door die klok riep de kerk haar levende kinderen op tot het gebed, zij bekloeg haar doden jubelde bij feesten en zweeg ten teken van rouw tijdens de Goede Week. Zou men dan in Dilsen de klokken kunnen wegdenken? Neen! zeker niet.
De kerk van Sint-Martinus kreeg drie nieuwe klokken. Zij werden nog vernoemd door de speciale commissaris die met het tellen van de klokken belast werd tijdens de Franse Revolutie. Uit archiefstukken weten we dat de Fransen in Dilsen geen klok hebben kunnen aanslaan en toch zijn er maar twee meer, namelijk Fillipia van 1696, een trumpklok van 500 kg, en de Sint-Martinusklok van 1596, die ongeveer 600 kg weegt. Waar bleef de derde klok, de fameuse banklok?
Hier moeten we het antwoord schuldig blijven, of zullen we dat antwoord vinden in wat de mondelinge overlevering vertelt?
Oude mensen geven een tweevoudige versie : Om de klok te redden uit de handen van de Fransen, werd ze tijdens een donkere nacht vervoerd naar de Oude Maas om ze daar met dikke zeilen te laten zinken. Later zou men, zo dachten die vroede vaderen, de klok weer kunnen optrekken. Niemand had echter gedacht aan de "sprinken" van de Oude Maas. In een van die immer levende bronnen zou de klok van Dilsen onbereikbaar diep zijn weggezakt.
Een ander verhaal vertelt ons, dat de klok via de Oude Maas op een platte pont werd vervoerd naar veiliger oorden. Bij een onbehendig maneuver kantelde de klok van de schuit en verdween in de diepte. Hoe het echt gebeurd is laten we buiten kijf, maar volgens de overlevering bevindt de oude banklok van Dilsen zich ergens in het slijk van de Oude Maas. Baggerwerken brachten haar niet aan het licht. Hoe diep zit ze dan wel?
Misschien kan de een of andere waterduivel daarop een antwoord geven, doch ook die bangmaker uit onze jeugd verdween. De groene man met de lange haak verschoof naar het rijk van de fantasie waarin ook de banklok van Dilsen wegschoof. Alleen, zo vertelt men, luidt ze nog tijdens de Heilige Kerstnacht; maar slechts zij die gans zuiver van harte zijn kunnen haar horen. Dat overkwam bij mijn weten tot op heden geen enkele late wandelaar en ... voor stropers en smokkelaars heeft ze, hoe kan het anders nooit willen luiden.
Jaak Venken
Een banklok: een filmpje van de banklok die geluid wordt in Utrecht-Centrum in de Buurtoren.
Zevenentwintig jaar later had Dilsen een nieuwe kerk; maar wat is een kerk zonder toren en zonder klokken?
Reeds in de 6de eeuw goten de Benedictijnen klokken voor hun kerken. Uit die tijd stamt het gebruik bij middel van een klok de monniken bijeen e roepen voor het gebed. Twee eeuwen later bezit iedere kerk haar klok. Door die klok riep de kerk haar levende kinderen op tot het gebed, zij bekloeg haar doden jubelde bij feesten en zweeg ten teken van rouw tijdens de Goede Week. Zou men dan in Dilsen de klokken kunnen wegdenken? Neen! zeker niet.
De kerk van Sint-Martinus kreeg drie nieuwe klokken. Zij werden nog vernoemd door de speciale commissaris die met het tellen van de klokken belast werd tijdens de Franse Revolutie. Uit archiefstukken weten we dat de Fransen in Dilsen geen klok hebben kunnen aanslaan en toch zijn er maar twee meer, namelijk Fillipia van 1696, een trumpklok van 500 kg, en de Sint-Martinusklok van 1596, die ongeveer 600 kg weegt. Waar bleef de derde klok, de fameuse banklok?
Hier moeten we het antwoord schuldig blijven, of zullen we dat antwoord vinden in wat de mondelinge overlevering vertelt?
Oude mensen geven een tweevoudige versie : Om de klok te redden uit de handen van de Fransen, werd ze tijdens een donkere nacht vervoerd naar de Oude Maas om ze daar met dikke zeilen te laten zinken. Later zou men, zo dachten die vroede vaderen, de klok weer kunnen optrekken. Niemand had echter gedacht aan de "sprinken" van de Oude Maas. In een van die immer levende bronnen zou de klok van Dilsen onbereikbaar diep zijn weggezakt.
Een ander verhaal vertelt ons, dat de klok via de Oude Maas op een platte pont werd vervoerd naar veiliger oorden. Bij een onbehendig maneuver kantelde de klok van de schuit en verdween in de diepte. Hoe het echt gebeurd is laten we buiten kijf, maar volgens de overlevering bevindt de oude banklok van Dilsen zich ergens in het slijk van de Oude Maas. Baggerwerken brachten haar niet aan het licht. Hoe diep zit ze dan wel?
Misschien kan de een of andere waterduivel daarop een antwoord geven, doch ook die bangmaker uit onze jeugd verdween. De groene man met de lange haak verschoof naar het rijk van de fantasie waarin ook de banklok van Dilsen wegschoof. Alleen, zo vertelt men, luidt ze nog tijdens de Heilige Kerstnacht; maar slechts zij die gans zuiver van harte zijn kunnen haar horen. Dat overkwam bij mijn weten tot op heden geen enkele late wandelaar en ... voor stropers en smokkelaars heeft ze, hoe kan het anders nooit willen luiden.
Jaak Venken
Een banklok: een filmpje van de banklok die geluid wordt in Utrecht-Centrum in de Buurtoren.
Zie ook het krantenartikel in ons laatste nieuws (klik hier)